Econoom Marijn werkt voor het Internationaal Monetair Fonds (IMF): “Het mooie vind ik dat we werk doen dat impact heeft op de wereld”
Na zijn studie economie in Nederland vertrok Marijn Bolhuis naar Toronto voor een PhD om – na een tussenstop in Oxford als visiting researcher – in Washington D.C. te belanden. Hier deed hij in 2019 een onderzoeksstage bij het Internationaal Monetair Fonds (IMF). Een ervaring die zo goed beviel, dat Marijn twee jaar later terugkwam. Dit keer voor het driejarige Economist Program van het IMF.
Je bent ooit bij het IMF begonnen als onderzoeksstagiair. Hoe is dat zo gekomen?
“Ik ben er een beetje ingerold. Als onderdeel van mijn PhD economie in Toronto heb ik een tijd doorgebracht in Oxford. Ik had daar een begeleider en hij heeft me aangemoedigd om me aan te melden voor de jaarlijkse stage bij het IMF. Toen ik hier eenmaal was, vond ik het supergaaf! Bij het IMF kon ik de vaardigheden toepassen die ik tijdens mijn promotieonderzoek had opgedaan, terwijl ik tegelijkertijd impact kon maken op het leven van mensen. Voor mij was dat een ideale mix. Daarnaast vond ik de diversiteit en het internationale aspect erg interessant. Je werkt hier met mensen uit alle verschillende werelddelen – het is leuk om al die diverse perspectieven te horen.”

Je besloot een tijdje later te solliciteren op het Economist Program (EP). Kun je uitleggen wat het EP inhoudt?
“Het EP kun je zien als het talentenklasje van het IMF. Jaarlijks stromen er tussen de twintig en dertig mensen in die recent hun PhD hebben afgerond. Tijdens het driejarige programma doe je twee assignments in verschillende departementen. Er zijn binnen het IMF twee typen departementen: de gebiedsdepartementen – opgesplitst in werelddelen – en de functionele departementen. Dat tweede type departement is vaak heel specialistisch en richt zich op thema’s als de kapitaalmarkt, monetair beleid of overheidsfinanciën. Als je wordt aangenomen voor het EP mag je voorkeuren doorgeven voor waar je wilt beginnen. De organisatie matcht je dan met een functie die bij jou past. Na achttien maanden wissel je van departement door te solliciteren op de posities die er zijn.”
“Tijdens het Economist Program doe je twee assignments in verschillende departementen”
Binnen welke departementen heb jij je assignments gedaan?
“De eerste achttien maanden werkte ik voor het gebiedsdepartement voor Sub-Sahara Afrika. In de eerste periode werkte ik in de onderzoeksdivisie die elke zes maanden een rapport schrijft over deze regio en daarnaast losse onderzoeksopdrachten uitvoert. Hierna heb ik een tijd meegewerkt aan het IMF-programma in Guinee-Bissau. Het IMF leent geld aan verschillende landen – dat noemen wij een programma. Als je aan een programma werkt, doe je onder andere programmaonderhandelingen, maar ook monitoring van het programma.”
“Hierna ging ik door naar het Strategy policy and review department. Dit kun je vergelijken met het Ministerie van Algemene Zaken, maar dan voor het IMF. Dit is het meest centrale functionele departement waar alle informatie doorheen stroomt en waar de reviews worden gedaan. De gedachte hierachter is dat alles wat naar buiten gaat door meerdere collega’s is bekeken, zodat we de kwaliteit hoog kunnen houden. Naast mijn rol in dit departement werkte ik mee aan het Suriname-programma. Daarvoor ging ik elke drie maanden tweeënhalve week naar Suriname om te monitoren hoe het programma liep, om daar een rapport over te schrijven. Die periode was intensief, maar ook heel erg leuk.”

Het EP zit erop en je bent inmiddels doorgestroomd naar een reguliere functie. Kun je uitleggen wat je nu doet?
“Ik zit nu in het onderzoeksdepartement in het team dat de World Economic Outlook (WEO) schrijft. Dit is het meest gelezen rapport dat het IMF twee keer per jaar uitbrengt. Ons kernteam bestaat uit vijftien mensen, maar er werken in totaal wel zo’n tweehonderd collega’s aan dit rapport. Het rapport komt in het voor- en najaar uit en we werken dus in twee cycli van zes maanden. Hoe mijn werkdag eruit ziet, hangt af van waar in de cyclus we zitten. Wanneer ik bijvoorbeeld aan een hoofdstuk over een bepaald thema werk, begin ik met plannen wat ik ga schrijven en moet er vervolgens een voorstel naar de rest van de organisatie. Hierna volgt de fase van het presenteren en daarna is het tijd voor de reviews en het verwerken van eventuele feedback. We presenteren het rapport uiteindelijk tijdens de voorjaarsvergadering of algemene vergadering in het najaar. Daarop volgt de outreach. Daarvoor gaan IMF-collega’s in groepjes naar verschillende regio’s om de WEO te presenteren, bijvoorbeeld bij universiteiten, ministeries of centrale banken. Na een paar weken keren ze terug naar Washington D.C. en begint de cyclus opnieuw. Zelf heb ik nog geen outreach gedaan in dit team, maar dat komt waarschijnlijk later dit jaar nog.”
Wat vind je het leukst aan werken voor het IMF?
“Het mooie vind ik dat je werk doet dat impact heeft op de wereld, met name aan de beleidskant. De beleidskant is weer gegrond in analytisch werk. De wisselwerking tussen die twee vind ik heel leuk. Daarnaast roteren we binnen de organisatie vrij veel. Zelfs als je vrij senior bent is het normaal om iedere twee of drie jaar te wisselen van functie. Je werkgever blijft hetzelfde, maar je hebt wel een volledig nieuwe rol. Ik ben dat heel erg gaan waarderen; het is nooit zo dat je jarenlang steeds hetzelfde doet. Verder ervaar ik IMF als een hele warme en extreem diverse organisatie. Ik werk nooit met een team waarin mensen uit hetzelfde land komen; je werkt met mensen van over de hele wereld. Dat maakt het voor mij wel uniek.”
“Ik ervaar het IMF als een hele warme en extreem diverse organisatie”
Wat zou je anderen aanraden die interesse hebben in werken voor het IMF?
“De mensen die worden aangenomen voor het talentenprogramma hebben vrijwel altijd gestudeerd aan topuniversiteiten. Of dat nu in Noord-Amerika, Europa of het Verenigd-Koninkrijk is. Als ik in Nederland was gebleven, denk ik dat het me niet was gelukt om hier te komen. Het is dus belangrijk dat je aan een goede universiteit promoveert op een onderwerp dat relevant is voor het IMF.”
“Verder is een gezonde interesse in de toegepaste kant van je onderzoek ook heel belangrijk. Als je inhoudelijk heel sterk bent als onderzoeker betekent dat niet automatisch dat het IMF je zal aannemen. Je moet ook interesse hebben in wat er in de wereldeconomie gebeurt en welke beleidsdiscussies er gaande zijn. Ik ben zelf erg breed geïnteresseerd, dus dat helpt heel erg. In het team waar ik in zit, schrijven we over allerlei thema’s. Als je alleen aan bepaalde onderwerpen wilt werken, is een baan bij het IMF waarschijnlijk niet geschikt voor je.”

Tot slot; hoe ervaar je het wonen en werken in Washington D.C.?
“DC is een leuke, vrij grote stad. Doordat het niet zo dichtbevolkt is, heeft het een relatief Europees karakter. Het heeft niet het drukke van downtown NCY, maar is ook niet zo uitgestrekt als steden in Texas. De stad is makkelijk te bewandelen en te befietsen – dat is heel fijn! Verder is Washington D.C. vrij centraal gelegen, waardoor het een goede uitvalsbasis is om door het land te reizen.”
“Overigens betekent werken voor het IMF ook dat je regelmatig reist. Natuurlijk doen we dingen die digitaal kunnen digitaal, maar we zijn ook een organisatie die diplomatiek opereert. Dat maakt het belangrijk om ook ‘live’ af te spreken om elkaar de hand te kunnen schudden. We zijn uiteindelijk een ledenorganisatie. Daarom het is belangrijk dat we niet alleen in DC blijven, maar ook de wereld in trekken om daar te kunnen helpen.”