“Logistiek gezien is dit één van de interessantste operaties waar je kunt werken. Alle uitdagingen waar je mee te maken kunt krijgen, kom je hier tegen.” Aan het woord is Suzanne Bickes, sinds maart 2023 werkzaam als Junior Professional Officer (JPO) voor het World Food Programme (WFP) in de Democratische Republiek Congo (DRC). We spreken Suzanne over haar werk, het wonen in de DRC en het loopbaanpad dat ze aflegde voordat ze als JPO aan de slag ging. 

Geschatte leestijd: 6 minuten

Je werkt voor het World Food Programme (WFP) als Supply Chain Officer. Kun je uitleggen wat jouw werk inhoudt?

“Het World Food Programme (WFP) is de voedselhulporganisatie van de Verenigde Naties (VN). Het hoofdkantoor van het WFP bevindt zich in Rome, maar zelf werk ik op dit moment vanuit Goma in het oosten van Congo. Vanwege de conflicten in dit gebied spreken we van een emergency context. WFP levert hier op grote schaal voedsel. Om een beeld te geven: er zijn maanden geweest waarin we – verspreid door het land - maandelijks zo’n 1 tot 1,5 miljoen mensen van voedsel hebben voorzien.”

“Binnen het WFP-team ter plaatse zijn er twee grote units. De programmacollega’s houden zich bezig met de planning: wie gaan we van hulp voorzien? En waar en wanneer doen we dat? De collega’s van supply chain – waar ik dus onder val – zorgen dat er voedsel is om te kunnen distribueren. We zijn verantwoordelijk voor het inkopen van het voedsel en vervolgens voor de levering ervan.” 

Beeld: © WFP Goma / Benjamin Anguandia

Suzanne Bickes

Hoe ziet een werkdag er in de praktijk uit?

“Nu ik in Goma werk, zit ik midden in de operatie. Voordat ik hier begon, zat ik anderhalf jaar in Kinshasa. Daar werkte ik op een groter WFP-kantoor dat de veldkantoren ondersteunt. Mijn werk daar deed ik veel vaker vanachter mijn computer. Hier in Goma ben ik juist meer operationeel bezig. Elke ochtend hebben we een check-in met het team dat verantwoordelijk is voor het transport en laden van voedsel. Door de context waarin we werken, veranderen dingen continu. Zo zorgen de conflicten in het land ervoor dat mensen zich vaak verplaatsen en dus niet op een vaste plek wonen. Daarom moeten we elke ochtend opnieuw met elkaar afstemmen wat het plan voor die dag is. Hoeveel voedsel laden we vandaag in? Zijn er ergens tekorten? En hoeveel voedsel is al aanwezig op de distributielocatie? Als het nodig is, passen we ook gedurende de dag nog dingen aan.”

"Door de context waarin we werken, veranderen dingen continu"

Hoe vind je het dat zo’n groot deel van je werk operationeel is?

“Door mijn huidige baan realiseer ik me hoe leuk ik dat vind. Ik heb niet eerder de operatie van zo dichtbij meegemaakt als hier - dat maakt dat ik ook veel meekrijg van wat er on the ground speelt. Juist dat vind ik super; het geeft voldoening om de impact van je werk direct te kunnen zien. Als ik deze ochtend besluit om meer voedsel te laden, zie ik dezelfde dag nog wat het effect daarvan is. Door meer mensen van voedsel te voorzien, pakken we hongersnood aan en dat draagt uiteindelijk weer bij aan de stabiliteit in de regio." 

Wat zijn de grootste uitdagingen in jouw werk?

“Een groot gedeelte van mijn werk is zorgen dat er voldoende voedsel het land binnenkomt en dat dit op tijd gebeurt. Doordat de oostzijde van de DRC is ingesloten door land, komt veel voedsel binnen via de havens van Dar es Salaam (Tanzania) en Mombasa (Kenia). Vanuit daar gaat het voedsel per vrachtwagen naar de DRC. Hier komt veel coördinatie en planning bij kijken: corridor management. Verder moeten we zorgen dat het voedsel langs de douane komt. Is dat eenmaal gelukt, dan moeten we het voedsel opslaan. We hebben hier drie verschillende locaties met magazijnen die een gezamenlijke capaciteit hebben van ongeveer 17.000 metrische ton. Naast de grote schaal van de operatie is de DRC een enorm land met beperkte infrastructuur. Daardoor zijn gebieden niet goed met elkaar verbonden. Voedsel van de ene naar de andere regio krijgen is dus niet zo gemakkelijk.”

“Los van de logistieke uitdagingen speelt ook de oorlog een rol. Daardoor is veiligheid soms een uitdaging. Verder zorgt de slechte of zelfs afwezige infrastructuur er op sommige plekken voor dat we alle typen transport moeten inzetten: van vliegtuigen en treinen tot vrachtwagens en boten. Alle logistieke oplossingen komen hier samen.”
 

"We zetten hier alle typen transport in: van vliegtuigen en treinen tot vrachtwagens en boten"

“Ook op persoonlijk vlak was de oorlog heel intensief. Iedereen gaat er anders mee om, maar ik merkte dat ik heel erg ‘aan’ stond en continu bezig was om het team en het voedsel veilig te houden. Gelukkig heb ik elke zes tot acht weken een week van ‘rest and recuperation’. Dat is ook nodig, want dit is geen negen-tot-vijf-baan waarbij je aan het eind van de dag naar huis gaat en klaar bent. De operatie gaat 24/7 door en er kan elk moment iets gebeuren dat je aandacht vraagt. Ik vind het wel heel leerzaam en interessant om hier te wonen en deze context steeds beter te begrijpen.”

Beeld: © WFP Goma / Benjamin Anguandia

Je noemde eerder het belang van weten wat er ‘on the ground’ speelt. Op welke manier krijg jij dit mee?

“Ik vind het belangrijk dat ik weet hoe de volledige supply chain eruitziet, dus ik probeer deze volledig af te gaan. Ik ben bijvoorbeeld in de haven van Mombasa geweest: de plek waar schepen binnenkomen met voedsel dat vervolgens naar de DRC wordt gestuurd. Hier hebben we een groot project opgezet om meer dan 70.000 metrische ton graan te malen voordat het als meel naar de DRC werd getransporteerd.” 

“Verder probeer ik regelmatig mee te gaan naar voedseldistributielocaties. Soms liggen die plekken erg afgelegen, dus ons team moet altijd eerst inschatten of een locatie überhaupt te bereiken is. Ik ben weleens mee geweest naar voedseldistributies in hele kleine, afgelegen dorpen waar amper wegen zijn en soms geen elektriciteit. Het is bijzonder om te kunnen zien welke mensen we uiteindelijk helpen met het voedsel. Door deze bezoeken heb ik nog veel meer bewondering gekregen voor de veerkracht en weerbaarheid van de Congolese bevolking.”

"Het is bijzonder om de mensen te ontmoeten die we uiteindelijk helpen met voedsel"

Voordat je begon als Junior Professional Officer (JPO) bij het WFP werkte je in de private sector voor Shell. Wat motiveerde jouw keuze voor deze overstap?

“Ik was vooral op zoek naar werk waarvan de impact tastbaarder zou zijn, het liefst direct op het leven van mensen. Bij Shell zat ik op een afdeling die zich bezighield met groene waterstof en andere duurzame energiebronnen. Het gaf zeker  voldoening om daaraan te werken, wetende dat deze projecten bijdragen aan een reductie van de CO2-uitstoot. Maar tegelijkertijd miste ik het zien van de directe impact op het leven van mensen. Bij het WFP heb ik dat zeker gevonden: ik zie met eigen ogen bij wie het voedsel terechtkomt. Daarnaast is een belangrijke persoonlijke drijfveer altijd geweest dat ik zoveel mogelijk van de wereld wil zien om andere culturen en contexten te leren begrijpen en om ook bij te dragen aan de ontwikkeling van ontwikkelingslanden.” 

Wat zou je anderen aanraden die interesse hebben in werken voor het World Food Programme?

“Persoonlijk denk ik dat het heel waardevol is om - voordat je bij het WFP aan de slag gaat - ervaring elders op te doen, zodat je weet hoe dingen werken in een ander land of in de private sector. De ervaring die ik heb opgedaan bij Shell helpt mij heel erg in mijn huidige rol. Binnen Shell zijn veel dingen erg geprofessionaliseerd, en die best practices kon ik weer meenemen naar het WFP.”

“Wat ik ook zou willen meegeven: het helpt als je een expertise meebrengt die relevant is voor de organisatie waar je solliciteert. Om ergens binnen te komen, moet je kunnen aantonen waarom je affiniteit hebt met het vakgebied waarvoor je solliciteert. In mijn geval is dat dus mijn supply chain-achtergrond. Een groot deel van het werk van het WFP is logistiek, dus mijn profiel sluit hier goed op aan. Wanneer je in supply chain wilt werken, is het WFP denk ik echt een unieke organisatie.”

“Tot slot denk ik dat het heel belangrijk is dat je met een open mind erin stapt wanneer je voor het WFP wilt werken. Als je kiest voor deze organisatie zul je waarschijnlijk niet alleen op het hoofdkantoor in Rome zitten, maar ook naar gebieden gaan waar dingen heel anders gaan dan je gewend bent. Het is belangrijk dat je daar open in kunt gaan, met een oprechte wil om te begrijpen hoe de dingen gaan en waarom dat zo is. Dat vergt naast openheid flexibiliteit; je moet je kunnen aanpassen aan verschillende contexten.”